Wanneer is de wereld zo ingewikkeld geworden?
Als je de wereld van nu vergelijkt met die van vroeger, lijkt het soms alsof alles tien keer sneller, harder en ingewikkelder is geworden. En hoewel sommige veranderingen best handig zijn (denk aan automatische rolluiken en een afstandsbediening voor je lampen), zijn er ook dingen die je vooral laten zuchten. Of mopperen. Of zuchten én mopperen.
Want hoe ouder je wordt, hoe vaker je denkt: is dit nou vooruitgang? Is dit nou écht nodig? En vooral: waarom moet alles tegenwoordig zo moeilijk zijn? We zetten 10 van die moderne ergernissen op een rij. Je bent absoluut niet de enige die hier weleens je geduld bij verliest.
De prijzen zijn nergens meer normaal
“Wat? Zeventig euro voor een spijkerbroek?” Of: “Hoe kan een brood nu €3,25 kosten?” Veel ouderen zijn opgegroeid in een tijd waarin je gulden nog écht iets waard was en daar zit soms nog steeds een rekensommetje in je hoofd. Dat maakt de huidige prijzen extra pijnlijk.
Of het nu gaat om huur, boodschappen of een kopje koffie op het terras: het gevoel dat alles veel te duur is geworden, leeft sterk. Zeker als je moet rondkomen van een AOW’tje of pensioen. Dan is het niet alleen een ergernis, maar ook een uitdaging.

Alles moet via een app
Vroeger had je een pasje, een balie of een telefoonnummer. Nu heb je een app. Wil je reizen met de trein? App. Boodschappen laten bezorgen? App. Afspraak maken met de huisarts? App. Zelfs de belastingdienst wil tegenwoordig dat je “even inlogt met je DigiD-app”.
Voor wie ermee is opgegroeid, lijkt het vanzelfsprekend. Maar als je op je 67e plotseling moet leren hoe je een QR-code scant of je digitale wachttijd moet beheren via een app, dan voelt het allesbehalve logisch. En dan zeggen ze ook nog: “Het is heel gebruiksvriendelijk hoor!” Dat zeggen ze ook over traplopen met een hernia.
De zelfscankassa (en niemand die je helpt)
De supermarkt is veranderd. Er zijn minder gewone kassa’s en meer zelfscankassa’s. En waar je vroeger vriendelijk werd geholpen door een caissière die je kende bij naam, mag je nu zélf alles scannen, inpakken en afrekenen. En als je iets fout doet? Dan gaat er een rood lampje knipperen en moet je wachten tot er iemand – meestal een puber met een hesje – rustig komt uitleggen dat je de courgette als komkommer hebt gescand.
Voor veel 65-plussers is het niet alleen onhandig, maar ook ongezellig. Waar is het praatje gebleven? Het contact? En de hulp als je een pot appelmoes uit je handen laat vallen? Het lijkt alsof de supermarkt liever heeft dat je vooral zwijgend en snel weer vertrekt.

Niemand groet elkaar meer
Ken je dat gevoel dat je iemand tegenkomt op straat en vriendelijk “goedemorgen” zegt – en het enige wat je terugkrijgt is een frons of een blik op een telefoon? Vroeger groette je elkaar gewoon. Of je elkaar nu kende of niet. Het was beleefd. Het was normaal.
Tegenwoordig kijkt iedereen naar beneden, of loopt met oortjes in alsof ze in een andere wereld leven. En misschien doen ze dat ook. Maar als je dan ineens wél wordt gegroet door een onbekende, voelt het bijna als een klein wonder. “Wat een nette jongen,” denk je dan. “Die is goed opgevoed.”
Jongeren die nooit opstaan in het openbaar vervoer
Niets zegt “de wereld is veranderd” zo duidelijk als in de bus of trein staan met je rollator, terwijl er vijf jongeren op stoelen zitten te TikTokken. Je kijkt ze aan, schuift wat met je tas, en hoopt op moreel besef. Maar nee. Ze blijven zitten. Stoïcijns. Alsof jij er niet bent.
Je weet nog dat jij vroeger meteen opstond als er iemand met grijs haar of een wandelstok binnenkwam. Niet omdat het móest, maar omdat het hoorde. Tegenwoordig lijkt “ik zat er eerst” belangrijker dan “wie heeft het nodig”. En dat wringt.
Alles moet snel, sneller, snelst
De samenleving lijkt geobsedeerd door tempo. Snelle internetverbindingen, flitsbezorging, één minuut koken in de magnetron en ongeduld als je ergens drie seconden moet wachten. Als je even je tijd neemt om je pinpas te vinden, zie je mensen achter je zuchten. Alsof je hun dag verpest.
Maar wat is er mis met even rustig aan doen? Met aandacht? Met wachten op je beurt zonder gehaast geblaas in je nek? Voor veel ouderen is dit een grote ergernis: dat er zo weinig ruimte meer is voor kalmte, rust en geduld.
Niemand belt meer (alles is een chat)
Even iets bespreken met je kinderen? Dan krijg je een appje terug. Of een spraakbericht van 1 minuut. Of erger nog: een emoji. En als je probeert te bellen, hoor je: “Ik kan nu niet praten, wat is er?”
Nou ja, wat er is: dat je gewoon eens een écht gesprek wilde.
Voor veel 65-plussers is praten de normaalste zaak van de wereld. Maar tegenwoordig lijkt het bijna opdringerig om zomaar te bellen. En dat is frustrerend. Want sommige dingen bespreek je nu eenmaal beter met een stem dan met drie zinnen en een gifje van een dansende kat.
Apparaten die slimmer zijn dan jij (en niet luisteren)
De slimme thermostaat, de slimme speaker, de slimme deurbel… alles is tegenwoordig “smart”. Maar als je ertegen praat, lijkt het toch niet zo slim. “Zet de verwarming op 20 graden,” zeg je. En ineens begint je radio een playlist met Franse chansons af te spelen. Of je krijgt een melding dat je WiFi-verbinding is verbroken.
Technologie hoort het leven makkelijker te maken. Maar voor veel ouderen voelt het juist ingewikkelder. Alles moet verbonden zijn met elkaar, instellingen moeten worden gesynchroniseerd, en je moet zes wachtwoorden onthouden. Voor iets simpels als het aanzetten van het licht.
Alles draait om uiterlijk en jonge mensen
Als je een magazine openslaat, een reclame ziet of een televisieprogramma kijkt, zie je vooral jonge, strakke gezichten. Alsof mensen boven de 65 niet meer bestaan. Of niet meer meetellen. Terwijl juist ouderen de grootste doelgroep zijn voor veel producten. Ze hebben levenservaring, tijd én geld, maar dat zie je zelden terug in de media.
En het is niet alleen visueel. Ook op de werkvloer worden oudere werknemers soms weggezet als traag of ouderwets, terwijl ze juist bakken aan kennis en kalmte meebrengen. Je moet stevig in je schoenen staan om je daar niet door te laten ontmoedigen.
Iedereen lijkt altijd online te zijn (behalve jij)
Er is een soort digitale sociale druk ontstaan. Je moet “even reageren”, “even liken”, “even delen”. En als je dat niet doet, ben je ‘onzichtbaar’. Dat is verwarrend. Want wat vroeger bestond uit een verjaardagskaart en een belletje, bestaat nu uit 30 appgroepen, Facebookverjaardagen, Story’s en digitale uitnodigingen.
En als je daar niet aan meedoet, mis je dingen. Of krijg je opmerkingen als: “Oh, maar dat hadden we gedeeld in de familie-app.”
Voor veel 65-plussers voelt het alsof je moet kiezen: of je wordt constant gestoord, of je hoort nergens meer bij. En dat is geen fijne keuze.
Oud zijn betekent niet achterlopen
Natuurlijk is niet alles slecht aan de moderne wereld. Er zijn prachtige ontwikkelingen, handige hulpmiddelen en nieuwe kansen. Veel ouderen zijn ook nieuwsgierig, leren bij, en blijven jong van geest. Maar dat neemt niet weg dat sommige dingen gewoon… irritant zijn.
Niet omdat je niet mee wílt, maar omdat het lijkt alsof je moet rennen om niet achter te blijven. Terwijl je gewoon even rustig wilt wandelen. Of een goed gesprek wilt voeren. Of een vriendelijke groet terug wilt krijgen. Zonder toeters, apps of digitale inlogmiddelen.
Dus ja, ouder worden is een voorrecht. Maar het is ook een oefening in geduld, relativeren en soms: even stevig mopperen. En dat lucht op. Gelukkig ben je niet de enige.
Zin in meer herkenbare blogs?
Check dan de top 10 dingen die je zegt als je ouder wordt en de top 10 ergernissen die elke brildrager kent.