De Romeinen hebben onze wereld meer gevormd dan bijna welke andere beschaving ook. Ze bouwden wegen die we nog steeds gebruiken, verzonnen systemen die we ‘modern’ noemen en leefden volgens regels die soms briljant, soms absurd waren. Maar bovenal waren ze mensen – met ambities, roddels, ruzies en rare gewoontes. Tijd voor een duik in de wereld van toga’s, tempels en triomfbogen: dit zijn 10 weetjes over de Romeinen die je nog niet kende.
Rome was ooit gewoon een klein dorpje
Lang voordat het Romeinse Rijk uitgroeide tot het machtigste ter wereld, was Rome niet meer dan een stoffig dorpje aan de rivier de Tiber. De eerste huizen waren hutten van stro en klei, bewoond door boeren, herders en opportunisten die dachten: hier kunnen we wel wat van maken. Volgens de mythe stichtte Romulus de stad in 753 v.Chr., nadat hij – volgens de minder charmante versie van het verhaal – zijn tweelingbroer Remus had vermoord. Broedermoord als stadsstichting: dat zette meteen de toon voor de volgende duizend jaar.
Binnen enkele eeuwen groeide het dorp uit tot een stad vol marmeren tempels en markten waar handelaars uit alle windstreken hun waren verkochten. Wat begon als een paar hutten op zeven heuvels, werd het kloppend hart van een wereldrijk.

De Romeinen hadden een soort Instagram van steen
Romeinen waren dol op opscheppen. En als je nog geen social media had, dan kraste je het gewoon in steen. In de ruïnes van Pompeï zijn duizenden teksten teruggevonden: van serieuze politieke leuzen tot pure graffiti. Zo staat er op een muur: “Epaphra, je bent lui!” en ergens anders: “Ik bewonder de muren, vol namen van meisjes.”
Soldaten krasten hun namen in muren van forten, geliefden tekenden harten en soms werden er zelfs recepten gedeeld. Alles wat wij nu online posten, deden de Romeinen al, alleen iets permanenter. En wie iets verkeerd zei, kon dat niet even verwijderen of “archiveren”.
Het grappige is dat veel van die teksten heel alledaags zijn. Daardoor weten we nu hoe Romeinen écht dachten en praatten, niet alleen wat de keizers in marmer lieten beitelen.

Romeinen wasten zich niet thuis, maar in badhuizen
De Romeinen zagen baden niet als luxe, maar als noodzaak. Elk zichzelf respecterende stad had een thermae, een enorm badcomplex met warme en koude baden, stoombaden, massageruimtes en zelfs bibliotheken. En ja: daar kwam iedereen samen, van senator tot slaaf.
Je betaalde een klein bedrag bij de ingang en kreeg een oliekruik en een schraper. Eerst smeerde je jezelf in met olie (zeep kenden ze nog niet), daarna schraapte je het vuil eraf. Niet bepaald ontspannend, maar wel efficiënt.
Het badhuis was ook de plek waar nieuws werd verspreid, roddels rondgingen en plannen werden gesmeed. Eigenlijk was het de Romeinse versie van het café, sportschool en Twitter in één.
Sommige badhuizen waren zo groot dat er duizenden mensen tegelijk binnen konden. En natuurlijk waren er baden met marmeren vloeren en mozaïeken voor de elite, en eenvoudiger versies voor het gewone volk.

Met Brood en spelen hielden de Romeinen het volk rustig
De uitdrukking “Panem et circenses”, brood en spelen, was niet zomaar een grap. Het was letterlijk de manier waarop politici het volk tevreden hielden. Want wie goed gevoed en vermaakt was, stelde minder lastige vragen.
Gratis brood werd uitgedeeld aan de armen, terwijl in arena’s en het beroemde Colosseum gigantische shows plaatsvonden. Denk aan gladiatorengevechten, wagenrennen en zelfs toneelstukken met echte wilde dieren.
Het was spektakel op niveau, georganiseerd door rijke senatoren die zo hun populariteit wilden vergroten. Soms duurden de spelen dagenlang, met duizenden toeschouwers. De keizer zelf zat op de ereplaats, met een duim omhoog of omlaag – een gebaar dat kon bepalen over leven of dood.
Wie meer wil weten over die bloederige wereld kan terecht bij 10 weetjes over gladiatoren.
Romeinse soldaten marcheerden 30 kilometer per dag
Een Romeins legioen bestond uit ongeveer 5.000 soldaten, strak georganiseerd en dodelijk efficiënt. Hun discipline was legendarisch. Een doorsnee soldaat liep met 35 tot 40 kilo bepakking: wapenrusting, tent, kookgerei, voedsel en gereedschap. En dat soms dagen achter elkaar, door heuvels, modder en hitte.
Aan het einde van elke dag bouwden ze een compleet kamp met greppels, muren en wachttorens, alleen om de volgende ochtend weer verder te trekken. Geen wonder dat het Romeinse Rijk zich zo snel uitbreidde.
Maar soldaat zijn had ook voordelen. Je kreeg regelmatig soldij, kon land verdienen en klimmen in rang. En na twintig jaar trouwe dienst kreeg je vaak een stuk grond als pensioen. In vergelijking met sommige moderne banen klonk dat bijna aantrekkelijk.
De Romeinse wegen waren zo goed dat we ze nog steeds gebruiken
De Romeinen bouwden meer dan 400.000 kilometer aan wegen, dwars door Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Ze legden ze aan met lagen steen, grind en zand, met een lichte bolling, zodat regenwater makkelijk wegliep.
Die wegen waren bedoeld voor legers, maar ook voor handel, post en reizigers. En het mooiste: veel van die routes bestaan nog steeds. Als je door Zuid-Frankrijk of Italië rijdt, is de kans groot dat je letterlijk over een oude Romeinse weg rijdt.
De uitdrukking “alle wegen leiden naar Rome” is dus niet overdreven. In het centrum van de stad kwam het hele netwerk samen. Voor de Romeinen was dat een symbool van orde en macht. Voor ons is het gewoon handig asfalt.

Ze geloofden dat goden overal bij betrokken waren
De Romeinen hadden een indrukwekkende hoeveelheid goden. Voor alles was er wel een: liefde, oorlog, landbouw, deuren, drempels, rivieren – zelfs riolen hadden hun eigen beschermgodin (Cloacina, mocht je het willen weten).
Ze geloofden dat elke gebeurtenis een teken van de goden kon zijn. Een storm, een zonsverduistering of een vallende ster kon iets betekenen. Daarom hadden ze priesters, waarzeggers en offers, allemaal bedoeld om de goden gunstig te stemmen.
Hun geloof was niet zo streng of gesloten als bij latere religies. Je kon makkelijk een nieuwe god adopteren uit een ander land. Zo werd de Griekse Zeus gewoon Jupiter, en Aphrodite werd Venus.
Wil je meer weten over die bijzondere pantheon van Rome? Lees dan 10 weetjes over de Romeinse goden.
Gladiatoren waren echte supersterren
Gladiatoren waren de helden (en slachtoffers) van de Romeinse showcultuur. Vaak begonnen ze als slaven of krijgsgevangenen, maar sommigen werden beroemd en geliefd. Ze hadden fans, kregen cadeaus en sommigen hadden zelfs hun eigen graffiti-fanclubs.
De gevechten waren niet altijd dodelijk, maar wel bloedig. Gladiatoren trainden maandenlang in speciale scholen, leerden vechten met verschillende wapens en werkten vaak in duo’s met eigen vechtstijlen.
Het publiek hield van spektakel: zwaard tegen drietand, net tegen schild, man tegen leeuw. En soms , als de keizer in een goed humeur was, werden overlevenden beloond met vrijheid.
Meer over hun leven, training en mythische status lees je in 10 weetjes over gladiatoren.

Hun keizers waren niet allemaal even stabiel
Keizers hadden macht over leven en dood, maar niet allemaal gebruikten ze die verstandig. Neem Caligula, die zichzelf een god noemde en zijn paard consul wilde maken. Of Nero, die liever optrad als zanger dan regeerde, en volgens de overlevering muziek speelde terwijl Rome in brand stond.
Toch waren er ook visionairen. Julius Caesar bijvoorbeeld, een briljant strateeg en politicus die het fundament legde voor het Romeinse Rijk. Hij moderniseerde de kalender (de Julianuskalender – voorloper van de onze), versterkte het leger en maakte zichzelf populair bij het volk.
Zijn macht groeide echter te groot, en dat werd hem fataal. Op de beroemde maartse dag van 44 v.Chr. werd hij vermoord door zijn eigen senatoren. “Ook jij, Brutus?” zou hij nog gezegd hebben. Meer daarover lees je in 10 weetjes over Julius Caesar.
Veel Romeinse uitvindingen gebruiken we nog steeds
Van waterleidingen tot beton en riolering: de Romeinen waren technisch genieën. Ze bouwden aquaducten die kilometerslange afstanden overbrugden om water naar de stad te brengen. Hun beton, sterker dan veel modern beton, houdt nog steeds stand in oude havens.
Ze bedachten ook kranten (Acta Diurna), een soort openbare muurkrant waarop nieuws en decreten werden geëtst. En hun verwarmingssysteem (hypocaustum) was een vroege vorm van vloerverwarming.
Hun uitvindingen waren niet alleen slim, maar duurzaam. Veel gebouwen, bruggen en wegen uit die tijd staan er 2000 jaar later nog. Meer over hun vernuft lees je in 10 weetjes over Romeinse uitvindingen.
Meer weten over het oude Rome?
Duik verder in de wereld van het Romeinse Rijk met deze blogs:
- 10 weetjes over Gladiatoren
- 10 weetjes over Rome
- 10 weetjes over het Colosseum
- 10 weetjes over de Romeinse goden
- 10 weetjes over Romeinse uitvindingen
- 10 weetjes over Julius Caesar
De Romeinen waren slim, wreed, grappig en bovenal menselijk. En hoe meer we over ze leren, hoe meer we onszelf erin herkennen. Misschien is dat wel hun grootste erfenis: dat we, ondanks 2000 jaar verschil, nog steeds dezelfde drang hebben om te bouwen, te winnen en te vertellen.
