Ze razen, gieren, rukken en fluiten. Stormen zijn het rockconcert van de natuur. Terwijl bomen buigen en dakpannen hun vrijheid vieren, vraag je je misschien af: hoe ontstaat zoiets? Waarom krijgen stormen namen alsof het oude bekenden zijn? En wat was de heftigste storm ooit?
Tijd om de bliksem te trotseren (figuurlijk dan) met tien stormachtige weetjes die laten zien hoe indrukwekkend, slim en soms grillig Moeder Natuur kan zijn.

1. Hoe ontstaat een storm eigenlijk?
Een storm ontstaat als de natuur besluit dat het tijd is voor wat chaos. Technisch gezien spreken we van een storm wanneer de wind harder waait dan 75 kilometer per uur. Dat gebeurt meestal wanneer warme en koude luchtfronten elkaar ontmoeten. De warme lucht stijgt op, de koude lucht duikt eronder en zo ontstaat een soort gigantische luchtmixer.
Die “mixer” zorgt voor drukverschillen die de wind aanjagen. Hoe groter dat verschil, hoe harder het gaat waaien. Voeg daar een flinke dosis vocht, temperatuurverschillen en wat pech bij en voilà: je hebt een storm. De krachtigste exemplaren – orkanen, tyfoons en cyclonen – zijn eigenlijk gewoon stormen op vakantie in de tropen.
2. Waarom krijgen stormen namen?
Je zou denken dat het naming-systeem vooral is bedacht door meteorologen met te veel vrije tijd, maar het heeft een serieus doel. Stormen krijgen namen zodat waarschuwingen duidelijker zijn. “Storm Eunice komt eraan” klinkt immers een stuk urgenter dan “een lagedrukgebied nadert van het westen”.
In Europa bepalen het KNMI, het Britse Met Office en de Ierse weerdienst samen de namen. Ze gaan alfabetisch, slaan de letters Q, U, X, Y en Z over (te weinig internationale namen) en wisselen af tussen mannelijke en vrouwelijke namen. Dus na “Ciaran” krijg je “Debi”, enzovoort. Als een storm extreem veel schade aanricht, wordt de naam “uit dienst” genomen. Niemand wil over tien jaar nog een “Eunice 2.0”.
3. Wat is het verschil tussen een storm, orkaan en tornado?
Een storm is de verzamelnaam voor harde wind. Een orkaan (of tyfoon) is een tropische storm die ontstaat boven warm oceaanwater, waar hij brandstof haalt uit verdampend vocht. Denk aan een gigantische motor die op zeewater draait.
Een tornado is juist een kleinere, maar veel intensere wervelwind op land. Die ontstaat als warme en koude luchtmassa’s botsen en beginnen te draaien als een dansende tol. Een orkaan kan honderden kilometers breed zijn; een tornado slechts een paar honderd meter, maar met windsnelheden tot 500 km/u. Dus qua intensiteit wint de tornado, maar qua duur en schadegebied is de orkaan de baas.

Kun je het verschil nooit onthouden? Denk dan aan S–O–T. De S staat voor storm: sterk, maar meestal lokaal en vaak op zee of langs de kust. De O hoort bij orkaan: ongelooflijk groot, woedend over oceanen, en vaak met een eigen naam zoals Katrina of Irma. En de T is van tornado: trechtervormig, als een touwtje uit de lucht, razendsnel en plaatselijk verwoestend. Zo waait dit ezelsbruggetje niet snel uit je hoofd.
S = Storm → Sterk, maar lokaal en meestal op zee of langs de kust.
O = Orkaan → Ongelooflijk groot, over oceanen, met namen zoals Katrina of Irma.
T = Tornado → Trechtervormig, Touwtje uit de lucht, razendsnel en plaatselijk verwoestend.
4. Wat is de grootste storm ooit gemeten?
Dat record gaat naar Tyfoon Tip, die in oktober 1979 over de Stille Oceaan raasde. Met een diameter van meer dan 2.200 kilometer (!) was Tip groter dan de hele staat Californië. De luchtdruk in het oog daalde tot 870 hPa, de laagste ooit gemeten op aarde.
En het werd nog indrukwekkender: windsnelheden van meer dan 300 kilometer per uur. Gelukkig bleef de zwaarste impact op zee, maar de overstromingen en modderstromen in Japan veroorzaakten alsnog tientallen doden. Ter vergelijking: een stevige Nederlandse storm haalt meestal “slechts” 120 kilometer per uur. Tip was dus letterlijk buiten categorie.
5. Waarom lijken sommige stormen erger dan ze zijn?
Dat komt door onze waarneming. Een storm die precies over dichtbevolkte gebieden trekt, lijkt altijd heftiger dan eentje boven zee. Ook de timing speelt mee: een storm midden in de nacht met veel lawaai voelt dreigender dan een overdag met zon tussen de buien door.
Daarnaast speelt de media-aandacht een rol. Een storm met een naam, camerabeelden van vliegende containers en een hashtag op X of TikTok? Dan lijkt het einde der tijden nabij. Maar soms is de stormkracht technisch gezien niet eens uitzonderlijk. Ons gevoel van dreiging groeit gewoon sneller dan de luchtdruk daalt.

6. Hoe meten we de kracht van een storm?
Dat gebeurt met de Beaufortschaal, bedacht door een Britse marineofficier in de 19e eeuw. Hij had geen fancy apparatuur, dus keek gewoon naar de zeilen van zijn schip. Als ze bol stonden, was het windkracht 5; als de mast brak, waarschijnlijk windkracht 12.
Tegenwoordig meten we het met satellieten, radars en weerstations. Windkracht 12, oftewel orkaankracht, betekent windsnelheden boven 118 kilometer per uur. Alles daarboven noemen we nog steeds windkracht 12, want eerlijk is eerlijk: harder dan dat waait geen mens vrijwillig buiten om het verschil te voelen.
Op de site van het KNMI vind je een prachtige en duidelijke tabel met alle windkrachten op de schaal van Beaufort. Daar zie je precies wat elk niveau betekent: van een zacht briesje dat de bladeren doet ritselen tot een orkaan die complete daken laat vliegen. Handig als je ooit wilt weten of het buiten gewoon “een beetje waait” of officieel stormt.
7. Kunnen we stormen voorspellen?
Ja, en daar zijn meteorologen behoorlijk goed in geworden. Dankzij satellieten, luchtdrukmetingen en computermodellen kunnen ze stormen vaak dagen van tevoren opsporen. Toch blijft het lastig te voorspellen hoe een storm zich precies ontwikkelt: een klein verschuivinkje in luchtstromen kan het verschil zijn tussen een paar takken op straat of een complete code rood.
Weerapps en waarschuwingen van het KNMI zijn dus niet voor niets. Als ze zeggen “blijf binnen”, is dat meestal geen overdreven advies maar pure wiskunde met windkracht 11.
8. Wat kunnen we doen om stormschade te voorkomen?
Een storm kun je niet stoppen, maar je kunt wel slimmer omgaan met de gevolgen. Sluit ramen en deuren, parkeer de auto niet onder bomen en zet je kliko vast (die dingen zijn verrassend aerodynamisch). Bouwkundig gezien helpen stevige dakconstructies, stormbestendige ramen en minder loszittende dakpannen al enorm.
Op grote schaal worden bossen en dijken strategisch aangelegd om wind te breken of overstromingen te beperken. En natuurlijk zijn er noodplannen: als de wind echt te hard gaat, sluiten havens, bruggen en zelfs hele spoorlijnen. Soms is het slimste wat je kunt doen: een kop thee zetten en wachten tot het lawaai voorbij is.

9. Waarom krijgen we door klimaatverandering meer extreme stormen?
Stormen voeden zich met warmte en vocht, en dat is precies wat het klimaat tegenwoordig meer te bieden heeft. Warmere oceanen betekenen meer energie in de atmosfeer. Dat zorgt niet per se voor méér stormen, maar wél voor heftigere exemplaren.
Wetenschappers zien nu al dat orkanen vaker in kracht toenemen en langer actief blijven. In Europa merken we het vooral door hevigere regenval en plotselinge windpieken. Kortom: het weer wordt grilliger, en de natuur lijkt minder zin te hebben in voorspelbaarheid.
10. Waarom vinden sommige mensen stormen eigenlijk mooi?
Omdat stormen een soort natuurtheater zijn. Donkere wolken, gierende wind en bliksems die de lucht in tweeën snijden – het heeft iets groots en oncontroleerbaars. Veel mensen voelen zich klein, maar ook gefascineerd. Het is de natuur op haar krachtigst, zonder filter of mensenhand.
En laten we eerlijk zijn: een beetje ontzag voor de natuur kan geen kwaad. Zolang je veilig binnen zit met warme chocomel en je telefoon aan de oplader (want wie wil nu zonder wifi midden in de storm), mag je best even genieten van dat machtige spektakel buiten.
1953: De storm die alles veranderde
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 liet de natuur haar donkerste kant zien. Een noordwesterstorm met orkaankracht raasde over de Noordzee en stuwde het water richting de Nederlandse kust. Tegelijkertijd was er springtij, waardoor het water nóg hoger kwam te staan. De dijken in Zeeland, Zuid-Holland en West-Brabant konden die brute kracht niet aan: ze braken op meer dan 150 plaatsen door. Binnen enkele uren veranderden dorpen in binnenzeeën, mensen moesten hun huizen uit vluchten en honderden verdronken in hun slaap.
Het werd de ergste natuurramp in Nederland van de twintigste eeuw. Meer dan 1800 mensen kwamen om, 47.000 huizen raakten beschadigd en 200.000 hectare land kwam onder water te staan. De ramp liet diepe sporen achter, maar leidde ook tot iets groots: het begin van de Deltawerken, het gigantische waterbouwproject dat Nederland moest beschermen tegen een herhaling.
De storm van 1953 was meer dan een weersverschijnsel, het was een wake-upcall dat zelfs een land van waterbouwers nooit helemaal de baas is over de natuur.

De Nederlandse regisseur die stormen beroemd maakte
Gelukkig hebben we in Nederland weinig orkanen en écht verschrikkelijke stormen. We hebben wél Jan de Bont. Die naam zegt je misschien iets, want deze Nederlandse filmmaker regisseerde in 1996 de Hollywoodfilm Twister. In die film jaagt een groep wetenschappers op tornado’s om hun gedrag beter te begrijpen, wat uiteraard uitmondt in een chaos van rondvliegende vrachtwagens, hooibalen en complete boerderijen die de lucht in gaan.
De Bont wist precies hoe hij de kracht van de natuur moest verbeelden. Twister werd niet alleen een hit, maar inspireerde ook een generatie meteorologen, stormjagers en weerfanaten. Het leuke detail: De Bont zelf komt uit Eindhoven, waar het meestal niet veel wilder wordt dan een stevige herfstbui. Toch wist hij die stormachtige spanning perfect te vangen op film. Dus mocht je ooit klagen over een omgevallen fiets tijdens windkracht 8 – bedenk dat het altijd erger kan. Vraag maar aan Jan.
Waar kun je meer lezen?
Meer lezen? Check dan onze blog over de raarste weersextremen ooit gemeten. Vol bizarre natuurverschijnselen die zelfs stormchasers zouden verbazen.
Oftewel: het weer op z’n allervreemdst!

The clarity here is outstanding.