Het oude Rome was een plek waar macht, cultuur en spektakel samenkwamen. Een stad vol marmeren tempels, drukke markten en luidruchtige badhuizen. Maar achter die grootheid schuilde ook een alledaags leven van brood, wijn, ambacht en strijd.
Tijd om af te reizen naar de tijd van Julius Caesar, de gladiatoren en de Romeinse uitvindingen die de wereld veranderden.
1. Hoe is Rome ontstaan?
Volgens de legende werd Rome gesticht door de tweelingbroers Romulus en Remus, die als baby’s werden gezoogd door een wolvin. Na een ruzie over waar de stad precies moest komen, doodde Romulus zijn broer en vernoemde de stad naar zichzelf. Dat klinkt als een familieruzie van epische proporties, maar historisch gezien ligt de waarheid iets anders: Rome groeide waarschijnlijk uit een verzameling kleine dorpen op zeven heuvels langs de rivier de Tiber.
De stad werd uiteindelijk het centrum van een rijk dat zich uitstrekte van Engeland tot Egypte.

2. Wat aten de Romeinen?
De meeste Romeinen aten heel eenvoudig: brood, olijven, kaas en wijn waren dagelijkse kost. Alleen de rijken konden zich uitgebreide banketten veroorloven, met exotische gerechten zoals pauw, flamingo of oesters uit verre provincies. Bij die diners lagen de gasten niet aan tafel, maar half liggend op rustbanken, terwijl slaven eten serveerden in meerdere gangen. De Romeinen hielden ook van sausjes. Vooral van garum, een pittige vissaus die overal doorheen ging. Niet iedereen vond dat even lekker, maar het was dé smaak van Rome.
3. Waarom waren badhuizen zo belangrijk?
Voor de Romeinen waren badhuizen niet alleen bedoeld om schoon te worden, maar ook om te ontspannen en bij te praten. Ze waren een soort wellnessresort, sportschool en buurthuis in één. Mannen en vrouwen hadden vaak aparte tijden, en de entree was goedkoop, zodat ook gewone burgers konden komen. Er waren warme baden, koude baden en stoomruimtes, allemaal verwarmd met een ingenieus vloerverwarmingssysteem.
In de badhuizen werd niet alleen geroddeld, maar ook de politiek besproken, wie slim was, wist daar informatie te verzamelen.

4. Hoe leefden gewone Romeinen?
Het leven van gewone Romeinen was druk, levendig en vaak benauwd. In de stad woonden naar schatting meer dan een miljoen mensen, wat Rome tot de grootste metropool van de oudheid maakte. De meeste inwoners leefden in hoge appartementen, de zogenaamde insulae, die soms wel zes of zeven verdiepingen telden. De bovenste verdiepingen waren het goedkoopst, want daar was het heet in de zomer, koud in de winter en het risico op instorten het grootst.
Stromend water, toiletten of keukens had bijna niemand in huis. Wie moest wassen of water wilde halen, ging naar een openbare fontein. En voor “andere zaken” waren er de openbare latrines, soms met tientallen zitplaatsen naast elkaar, zonder schotten. Privacy was geen groot goed in het oude Rome. De straat zelf was het verlengstuk van ieders huis: hier sprak je je buren, hoorde je het laatste nieuws van de markt en rook je de geuren van vers brood, olijfolie, maar ook van afval dat zomaar op straat belandde.
De rijkere Romeinen leefden in een totaal andere wereld. Hun huizen, de domus, hadden marmeren vloeren, mozaïeken, zuilengangen en binnentuinen met fonteinen. Ze hadden bedienden, privékeukens en soms zelfs verwarmde baden. Toch lagen arm en rijk letterlijk naast elkaar: tussen de weelde van een senatorenvilla kon zomaar een bouwvallige insula staan. Iedereen wilde immers dicht bij het centrum van de macht wonen, bij het Forum, de tempels en het Colosseum.
Het dagelijkse contrast tussen armoede en luxe was enorm. Maar wat alle Romeinen gemeen hadden, was hun trots op de stad zelf. Zelfs de armsten beschouwden zichzelf als deel van iets groots: het hart van het rijk dat de wereld beheerste.
5. Hoe zagen de Romeinse wegen eruit?
“Alle wegen leiden naar Rome” is niet zomaar een gezegde. De Romeinen waren meesters in het aanleggen van wegen. Hun wegennet besloeg meer dan 80.000 kilometer, van Spanje tot Syrië. Ze gebruikten lagen van steen, grind en zand, zodat de wegen eeuwenlang meegingen. Langs de wegen stonden mijlpalen die aangaven hoe ver je nog van Rome was, en soldaten konden zich razendsnel verplaatsen. Veel van deze wegen bestaan nog steeds, ze waren de snelwegen van de oudheid en maakten het rijk sterk en verbonden.
6. Hoe belangrijk was het Colosseum voor het Romeinse volk?
Het Colosseum was het kloppende hart van het Romeinse vermaak. Er konden zo’n 50.000 tot 70.000 toeschouwers in — van arme boeren tot de keizer zelf. De keizer organiseerde er vaak spektakels om zijn populariteit te vergroten. Gladiatoren vochten tegen elkaar, wilde dieren werden losgelaten en soms werden hele zeeslagen nagespeeld. De Romeinen hielden van spektakel, en in deze arena kreeg het volk dat volop.
Meer over dit bijzondere bouwwerk lees je in onze blog 10 weetjes over het Colosseum, en voor wie benieuwd is naar de vechters zelf: 10 weetjes over gladiatoren.

7. Hoeveel goden hadden de Romeinen?
Heel veel! De Romeinen hadden voor bijna alles een god. Jupiter was de oppergod, Juno beschermde de vrouwen, Mars was de god van de oorlog en Venus van de liefde. Zelfs het haardvuur had een godin: Vesta. Romeinen geloofden dat hun succes afhing van het tevreden houden van deze goden, dus offers waren een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven.
Wie meer wil weten over deze fascinerende godenwereld kan terecht in onze blog 10 weetjes over de Romeinse goden.

8. Hoe zag een dag in het Forum eruit?
Het Forum Romanum was het kloppende hart van het oude Rome. Hier kwam het hele leven samen: handel, politiek, rechtspraak, religie én roddel. Tussen de marmeren zuilen en standbeelden liepen kooplui met fruit, wijn en olijfolie, terwijl senatoren in toga druk discussieerden over wetten en bondgenootschappen. Rechters spraken er recht, priesters hielden ceremonies bij tempels, en burgers verzamelden zich om het laatste nieuws te horen.
Langs de rand van het Forum stonden imposante gebouwen zoals de Curia (waar de senaat vergaderde) en de Basilica Julia, waar men zaken deed en contracten afsloot. Er waren ook eettentjes waar brood, dadels en wijn werden verkocht. Het was de Romeinse tegenhanger van een lunchkraampje. Voor veel mensen was het Forum de plek waar je gezien moest worden: het middelpunt van macht en prestige. Wie daar een toespraak hield, kon zijn carrière maken of breken.
Je kunt het Forum Romanum zien als een combinatie van marktplein, stadhuis en sociale media in één. Hier hoorde je het nieuws, zag je invloedrijke mensen en wist je als eerste wat er in de stad speelde.
9. Welke uitvindingen danken we aan de Romeinen?
De Romeinen waren uitvinders pur sang. Ze bedachten aquaducten om water te vervoeren, maakten beton dat eeuwenlang meeging, en legden riolen aan die sommige moderne steden nog zouden benijden. Ook het idee van vloerverwarming en geplaveide straten komt uit hun tijd. Dankzij deze slimme technieken groeide Rome uit tot een van de meest geavanceerde beschavingen uit de oudheid.
Lees meer over hun slimme vondsten in onze blog 10 weetjes over Romeinse uitvindingen.
10. Wie was Julius Caesar eigenlijk?
Julius Caesar was niet zomaar een generaal, maar een briljante strateeg en politicus. Hij veroverde grote delen van Europa en maakte van Rome een wereldrijk. Zijn populariteit werd zo groot dat sommigen hem als bedreiging zagen — uiteindelijk werd hij vermoord door senatoren die bang waren dat hij koning wilde worden. Zijn dood luidde het einde in van de republiek en het begin van het Romeinse keizerrijk.
Meer over zijn leven en nalatenschap lees je in onze blog 10 weetjes over Julius Caesar.
Rome vandaag: waar proef je nog de sfeer van toen?
Wat valt er nu nog te zien in het huidige Rome van het oude Rome?
Als je vandaag door Rome wandelt, struikel je bijna letterlijk over de geschiedenis. Op de ene hoek bestel je een cappuccino, op de volgende loop je langs een tweeduizend jaar oude zuil. Het Colosseum is natuurlijk hét icoon, imposant, een tikje versleten, maar nog steeds een van de meest indrukwekkende bouwwerken ter wereld. Hier hoor je bijna het gejuich van het publiek en het gekletter van zwaarden (gelukkig alleen in je verbeelding).
Even verderop ligt het Forum Romanum, dat ooit het kloppende hart van het Romeinse Rijk was. Nu is het een verzameling ruïnes waar je doorheen kunt wandelen terwijl je probeert te onthouden dat dit ooit de plek was waar Julius Caesar speeches hield en waar roddels sneller verspreidden dan een modern WhatsApp-bericht.
Het Pantheon is een ander wonder: een tempel die zo goed bewaard is gebleven dat zelfs hedendaagse architecten er nog met open mond naar staren. En dan heb je nog de mysterieuze Catacomben, waar de Romeinen hun doden begroeven, wel een beetje griezelig, maar ook fascinerend. Voor een flinke dosis sfeer (en blaren) wandel je over de Via Appia, de oude Romeinse weg die nog deels in originele stenen ligt.
Kortom: in Rome hoef je geen tijdmachine te hebben om terug te gaan naar de Oudheid. Je hoeft alleen maar je ogen open te houden… en af en toe een gelato-pauze in te lassen.
Meer ontdekken over de Romeinen?
Kun je geen genoeg krijgen van het oude Rome? Goed nieuws: we hebben nog veel meer verhalen uit die tijd. Lees verder over de stoere strijders in 10 weetjes over gladiatoren, duik in de geschiedenis van het iconische Colosseum, of ontdek wat de Romeinen allemaal uitvonden in 10 Romeinse uitvindingen die we nog steeds gebruiken.
Benieuwd naar de goden die boven alles regeerden? Dan is 10 weetjes over de Romeinse goden echt iets voor jou. Of leer de beroemdste keizer beter kennen in 10 weetjes over Julius Caesar. En als je juist wilt weten hoe de Romeinen zelf leefden, bekijk dan 10 weetjes over de Romeinen – een kijkje in hun dagelijks leven, gewoontes en gebruiken.
Welke blog je ook kiest, één ding is zeker: de Romeinen waren allesbehalve saai.
